Sluit je bij ons aan!
1,8K
In de afgelopen jaren heeft het team van Scature contact gehad met meer dan 10.000 mensen.
© Scature. Alle rechten voorbehouden 2025.
Privacybeleid
Deze week duiken we in een van de belangrijkste nieuwe beleidsmaatregelen in de Europese Unie: de EU-ontbossingsverordening (EUDR). Met toenemende bezorgdheid van wereldwijde industrieën en milieuactivisten is de EUDR van plan de manier waarop bedrijven hun toeleveringsketens beheren te veranderen, waarbij de nadruk ligt op producten die verband houden met ontbossing. In deze blogpost onderzoeken we de oorsprong van deze verordening, de belangrijkste bepalingen ervan en de verstrekkende effecten die deze zal hebben op bedrijven binnen en buiten de EU. We zullen ook ingaan op de lopende debatten over deze verordening, de mogelijke impact ervan op de wereldhandel en waarom deze wordt gezien als een cruciale stap in de bescherming van de bossen in de wereld.
In juni 2023 werd de EU-verordening inzake ontbossingsvrije producten (EUDR) van kracht, wat een grote sprong betekende in de inspanningen van de EU om wereldwijde ontbossing tegen te gaan. Als onderdeel van de bredere Europese Green Deal richt de EUDR zich op belangrijke grondstoffen zoals soja, palmolie, rundvlees, koffie, cacao en hout — producten die vaak verband houden met ontbossing. De verordening introduceert een nieuw niveau van verantwoordelijkheid voor bedrijven die goederen in Europa importeren door te eisen dat deze grondstoffen ontbossingsvrij zijn voordat ze de EU-markt kunnen betreden.
Maar wat betekent dit echt voor u, uw bedrijf en de toekomst van internationale handel? Er is veel gezegd in de media, maar de impact is duidelijk: de EUDR bouwt voort op eerdere inspanningen zoals de EU-houtverordening (EUTR) van 2013, maar met veel striktere richtlijnen. Het is niet alleen bedoeld om illegale houtkap te voorkomen; het behandelt ook bredere kwesties zoals bosdegradatie en duurzaamheid. De verordening legt een hoge lat voor naleving, waardoor bedrijven gedwongen worden hun toeleveringsketens te heroverwegen en duurzamere praktijken toe te passen als ze binnen de EU willen blijven handelen. Deze verschuiving duidt op een toekomst waarin duurzaamheid niet alleen de voorkeur geniet, maar ook noodzakelijk is, waardoor het landschap van de wereldhandel voor de komende jaren opnieuw wordt vormgegeven.
De wortels van de EUDR zijn terug te voeren tot 2019, toen in de Green Deal van de EU voor het eerst een visie werd geschetst om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. In dit baanbrekende beleid werd het behoud van wereldwijde bossen als een topprioriteit aangemerkt. De verordening zelf werd formeel voorgesteld in 2021, ingegeven door de toenemende publieke en politieke druk om de rol van de EU in het stimuleren van wereldwijde ontbossing aan te pakken door de consumptie van grondstoffen die gevaarlijk zijn voor de bosbouw. Bewegingen uit het maatschappelijk middenveld, waaronder de breed gesteunde #Together4Forests -campagne, hebben bijgedragen aan de vorming van de publieke opinie, waarbij meer dan 1,2 miljoen EU-burgers hebben gepleit voor strengere ontbossing. Na een grondig debat heeft het Europees Parlement de verordening in december 2022 aangenomen, en deze werd medio 2023 officieel van kracht, wat een nieuw tijdperk van bosbescherming inluidde. Grotere bedrijven moeten in december 2024 hieraan voldoen, terwijl kleinere bedrijven tot juni 2025 de tijd hebben om hun praktijken aan te passen.
Volgens de EUDR moeten bedrijven bewijzen dat hun producten vrij zijn van ontbossing, wat betekent dat ze niet zijn geproduceerd op land dat na 31 december 2020 is ontbost. Deze vereiste omvat het uitvoeren van due diligence door geolocatiegegevens te verzamelen en te zorgen voor volledige traceerbaarheid van de toeleveringsketen. De verordening is specifiek gericht op grondstoffen zoals palmolie, soja, cacao en rundvlees, die nauw verband houden met het verlies van bossen, maar omvat ook producten die van deze grondstoffen zijn afgeleid, zoals chocolade, leer en rubber.
Niet-naleving kan leiden tot boetes tot 4% van de jaaromzet, wat de ernst van de verordening versterkt. De EUDR schrijft ook voor dat nationale autoriteiten bedrijven regelmatig inspecteren om ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd.
De EU is na China de tweede grootste importeur van producten die verband houden met ontbossing, wat betekent dat deze verordening verstrekkende gevolgen zal hebben voor de wereldwijde toeleveringsketens. Grote exporterende landen, waaronder Brazilië, Indonesië en Ghana, zullen onder druk komen te staan om ervoor te zorgen dat hun goederen voldoen aan de EU-normen, anders lopen ze het risico de toegang tot een van's werelds meest lucratieve markten te verliezen. Om dit proces te beheersen heeft de EU een op risico's gebaseerde aanpak ingevoerd, waarbij landen worden ingedeeld op basis van hun ontbossingsrisico. Landen met een „hoog risico” zullen aan strengere eisen worden onderworpen, terwijl landen met een „laag risico” mogelijk minder hindernissen zullen ondervinden.
De verordening heeft echter tot controverse geleid, met name onder ontwikkelingslanden en kleinschalige boeren. Veel van deze landen beweren dat ze niet over de infrastructuur beschikken die nodig is om te voldoen aan de strenge eisen van de EUDR, met name op het gebied van geolocatiegegevens en transparantie van de toeleveringsketen. Boeren in gebieden zoals Afrika ten zuiden van de Sahara en Zuidoost-Azië zijn bijzonder kwetsbaar, omdat ze moeite kunnen hebben om hun producten de nodige traceerbaarheid te bieden. Startups zoals Space4Good pakken deze uitdagingen aan door satellietgegevens te gebruiken om landgebruik en ontbossing te helpen volgen, met name in Zuidoost-Azië. Dergelijke innovaties zijn bedoeld om de kloof in de infrastructuur te overbruggen en kleinere producenten een oplossing te bieden om aan de EUDR te voldoen. Critici beweren echter nog steeds dat de verordening de lokale economieën zou kunnen verstoren door de markttoegang voor grondstoffen die essentieel zijn voor hun economisch welzijn te beperken.
Als reactie daarop heeft de EU financiële steun toegezegd om deze landen te helpen zich aan te passen. Team Europe, een initiatief dat samen met de EUDR werd gelanceerd, heeft meer dan 70 miljoen euro toegewezen om kleine boeren te ondersteunen bij het naleven van de nieuwe regelgeving. Deze steun omvat het helpen van landbouwers bij het opzetten van traceerbaarheidssystemen en het voldoen aan de vereisten van de EU zonder ontbossing, waardoor een reddingslijn wordt geboden aan regio's die sterk afhankelijk zijn van export naar de EU.
Hoewel de EUDR zowel lof als kritiek heeft gekregen, is het ontegenzeggelijk een belangrijke stap in de richting van een duurzamer wereldhandelssysteem. Door bedrijven verantwoordelijk te houden voor de milieueffecten van hun toeleveringsketens, wordt verwacht dat de verordening veranderingen in de landbouwpraktijken wereldwijd zal stimuleren. Tegelijkertijd vormt dit uitdagingen voor exporteurs en producenten, met name in ontwikkelingslanden, die mogelijk tijd en middelen nodig hebben om aan deze nieuwe normen te voldoen.
In de toekomst zal het succes van de EUDR afhangen van het vermogen van de EU om de verordening effectief te handhaven en tegelijkertijd voldoende steun te bieden aan de zwaarst getroffen regio's. Innovaties zoals goedkope en effectieve satellietgegevens voor het monitoren van landgebruik kunnen een cruciale rol spelen in deze handhaving. Startups zoals Space4Good maken al gebruik van satelliettechnologie om ontbossing te volgen, wat een kosteneffectieve oplossing biedt voor het monitoren van grote gebieden. Deze aanpak kan helpen ervoor te zorgen dat zowel grote als kleinschalige boeren in kwetsbare regio's voldoen aan de vereisten van de EUDR, zonder dat dit aanzienlijke financiële lasten met zich meebrengt. Door duurzaam landgebruik aan te moedigen en ontbossing tegen te gaan, sluit de EUDR niet alleen aan bij de netto-nuldoelstellingen van de EU, maar schept het ook een precedent voor andere wereldmarkten om de milieueffecten van de wereldhandel te verminderen.
Bij Scature sluit onze missie nauw aan bij de doelstellingen van de EU-ontbossingsverordening (EUDR), aangezien we ons richten op het ondersteunen van duurzaam landgebruik en inspanningen voor koolstofverwijdering. Een belangrijk onderdeel hiervan is ons werk met op de natuur gebaseerde kredieten voor koolstofverwijdering, die rechtstreeks verband houden met de bescherming en het herstel van beboste gebieden. Bossen spelen niet alleen een cruciale rol bij koolstofvastlegging, maar spelen ook een cruciale rol bij het in balans brengen van de watercyclus!
Via onze koolstofkredietprogramma's, die zijn geworteld in op de natuur gebaseerde oplossingen, helpen we bedrijven hun Scope 1-, 2- en 3-emissies aan te pakken en te investeren in projecten die een aanzienlijke impact hebben op de verbetering van het ecosysteem. Dit omvat het samenwerken met lokale boeren om gedegradeerd land te herstellen, ontbossing te voorkomen en herbebossingsprojecten te bevorderen. Satellietgegevens spelen een cruciale rol in dit proces, waardoor we bosgebieden kunnen monitoren, bovengrondse biomassa kunnen volgen en inspanningen op het gebied van koolstofverwijdering in realtime kunnen verifiëren.