De recente goedkeuring van het EU-certificeringskader voor permanente koolstofverwijdering, koolstoflandbouw en koolstofopslag in producten is een belangrijke mijlpaal in de strijd tegen klimaatverandering. Dit kader heeft tot doel duidelijke normen vast te stellen voor activiteiten op het gebied van koolstofverwijdering, met name activiteiten waarbij koolstof voor de lange termijn wordt opgeslagen, zoals koolstoflandbouw, bio-energie met koolstofafvang en -opslag (beccs), en koolstofopslag in producten zoals materialen op basis van hout.

Deze nieuwe verordening voorziet in een vrijwillig systeem dat zal helpen om hoogwaardige koolstofverwijderingspraktijken te stimuleren, zodat de EU-lidstaten beter uitgerust zijn om de ambitieuze klimaatneutraliteitsdoelstellingen voor 2050 te halen. Het helpt ons bij Scature om onze certificaten geloofwaardiger te maken, aangezien de certificeerder waarmee we samenwerken (ONCRA) volledig is afgestemd op het EU-kader voor koolstofverwijdering.

Maar wat betekent dit voor boeren die al jaren regeneratieve praktijken toepassen? En hoe kunnen ze profiteren van deze certificering?

Het EU-kader begrijpen

In de kern stelt het EU-kader certificeringscriteria vast voor koolstofverwijderingsactiviteiten die moeten voldoen aan vier belangrijke vereisten:

  1. Gekwantificeerd netto voordeel voor koolstofverwijdering: De activiteit moet resulteren in een meetbare koolstofverwijdering of een netto vermindering van de bodememissie.
  2. Additionaliteit: De activiteit moet verder gaan dan de wettelijke vereisten en financieel afhankelijk zijn van de certificering.
  3. Langdurige opslag: Koolstof moet voor een lange periode worden bewaard, waarbij het risico dat het vrijkomt tot een minimum wordt beperkt.
  4. Geen noemenswaardige schade: De activiteit moet bijdragen aan duurzaamheid en bijkomende voordelen voor het milieu opleveren.

Het kader zal ook een register opzetten om de transparantie en traceerbaarheid van koolstofverwijderingskredieten te waarborgen, waardoor het voor bedrijven gemakkelijker wordt om gebruik te maken van op de natuur gebaseerde oplossingen en deze te ondersteunen.

Additionaliteit en het dilemma van de regeneratieve landbouwer

Een cruciaal punt in het certificeringsproces is het concept van additionaliteit. Om koolstofverwijderingsactiviteiten te certificeren, moeten ze aanvullend zijn, wat betekent dat ze verder gaan dan wat wettelijk vereist is en dat ze niet zouden plaatsvinden zonder de financiële stimulans die de certificering biedt.

Voor boeren die al regeneratieve praktijken toepassen, creëert dit een dilemma. Deze boeren zijn pioniers op het gebied van duurzaamheid en hebben al de beslissing genomen om te investeren in bodemgezondheid, biodiversiteit en koolstofvastlegging. Maar omdat ze al jaren regeneratieve methoden gebruiken, kunnen hun activiteiten als „business as usual” worden beschouwd en komen ze daarom mogelijk niet automatisch in aanmerking voor een certificaat voor koolstofverwijdering.

Wat betekent dit voor pioniers in regeneratieve landbouw?

Boeren die kunnen aantonen dat hun regeneratieve praktijken een breder systemisch effect hebben. Ze inspireren andere boeren, dragen bij aan de lokale biodiversiteit en transformeren vaak zelfs de toeleveringsketen. Hoewel het concept van additionaliteit vormt een uitdaging, het biedt ook verschillende mogelijkheden voor regeneratieve boeren om te profiteren van een certificering voor koolstofverwijdering. Boeren die al het voortouw hebben genomen op het gebied van koolstoflandbouw kunnen nog steeds certificering verkrijgen door hun praktijken uit te breiden of extra inspanningen te tonen. Zo doe je dat:

1. Regeneratieve praktijken opschalen:

Als een boer regeneratieve landbouw uitbreidt naar nieuwe gebieden, zoals het omzetten van conventioneel landbouwgrond in regeneratieve systemen, kan hij voldoen aan de additionaliteit vereiste. Hoe groter hun impact, hoe groter de kans dat ze in aanmerking komen voor certificering.

2. Innovatieve praktijken:

Boeren kunnen ook overwegen om nieuwe technieken in hun activiteiten te integreren, zoals grazing door gepeupel, silvopasture, flachenrotte of agrobosbouw. Deze methoden verbeteren niet alleen de biodiversiteit en de bodemgezondheid, maar verhogen ook de koolstofvastlegging, wat kan helpen om te voldoen aan de criteria voor certificering.

3. Financiële ondersteuning voor schaalvergroting: Zelfs boeren die al regeneratieve landbouw beoefenen, kunnen profiteren van de certificering als ze kunnen aantonen dat de inkomsten uit koolstofverwijderingskredieten cruciaal zijn voor de verdere uitbreiding van hun activiteiten. Deze financiële stimulans kan hen helpen hun inspanningen op te schalen en hun capaciteit voor koolstofopslag te vergroten.

Door te investeren in deze baanbrekende boeren via de aankoop van hun CO2-credits, verwijder je niet alleen je restemissies, je ondersteunt ook actief een verschuiving naar een regeneratieve economie. Wat deze investering nog meer impact maakt, is dat ze binnen uw waardeketen werkt. In plaats van alleen emissies te compenseren, zorgt u ervoor dat deze emissies na verloop van tijd worden verminderd door middel van regeneratieve methoden. Het is een dubbele positieve investering: conventionele emissies worden geleidelijk uit uw waardeketen verwijderd en elk jaar blijft de regeneratieve boer meer koolstof opslaan, waardoor de overtollige CO2 verder wordt verminderd.

4. De rol van pioniers in systeemverandering

Bij Scature geloven we dat regeneratieve boeren in de voorhoede staan van een landbouwrevolutie. Zij vertegenwoordigen de pioniers die bewijzen dat het mogelijk is om over te stappen van conventionele, chemisch-intensieve landbouwsystemen naar methoden die de bodemgezondheid herstellen, de biodiversiteit verbeteren, water vasthouden en filteren en koolstof vastleggen.

Het is belangrijk om te erkennen dat het succes van deze pioniers niet alleen te maken heeft met de koolstofkredieten die ze genereren, maar ook met de systemische verandering die ze helpen bewerkstelligen. Deze boeren zijn essentieel voor de grotere transformatie van het landbouwsysteem en we moeten ervoor zorgen dat ze de steun krijgen die ze nodig hebben om hun werk voort te zetten.

Conclusie

Via ONCRA, een koolstofverwijderingskader dat is afgestemd op het EU-certificeringskader, dat speciaal is ontwikkeld voor kleinschalige boeren, verzekert u uzelf van hoogwaardige koolstofverwijderingscertificaten en ondersteunt u tegelijkertijd pioniers op het gebied van systemische systeemverandering. Deze boeren krijgen financiële prikkels om hun inspanningen uit te breiden, nieuwe technieken toe te passen en het voortouw te nemen bij de verschuiving van de landbouw naar een natuurpositieve economie. Hun succes zal leiden tot de grootschalige toepassing van regeneratieve praktijken, wat essentieel is om de klimaatverandering op mondiaal niveau aan te pakken.